Meten is weten en monitoren is motiveren.
Als je een succes wilt maken van je groener, schoner en slimmer rijden project, dan is het belangrijk om tijdens de implementatie een aantal dingen te doen, samen met je collega’s. Het zijn ogenschijnlijk kleine dingen, waarmee je grote veranderingen te weeg brengt. In een serie van artikelen, leg ik je dit uit. Dat begon een aantal artikelen geleden waarin ik je de Think Small methode uit de doeken deed. En in de artikelen erna schreef ik over committeren, belonen en delen.
Allemaal hartstikke mooi, maar je wilt natuurlijk weten of het ook echt zin heeft. En dus moet je ook monitoren. Maar het heeft ook als voordeel dat het voor anderen makkelijker wordt om een positieve bijdrage te leveren aan dit traject, want monitoren helpt ook bij motiveren.
Wat is monitoren?
Heel simpel: bijhouden hoe je er voor staat. Ik hoor je denken: dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Want je kunt nog redelijk makkelijk bijhouden hoeveel elektrische auto’s je ondertussen leaset, maar wie er precies met de fiets komt, is vaak al een stuk ingewikkelder. En als je HVO in je materieelpark toepast, moet je heel goed weten hoeveel je wanneer gebruikt om de CO2 reductie goed te kunnen bepalen.
Monitoren moet je zo doen dat het je aan de ene kant niet een enorme bak werk oplevert en aan de andere kant zo dat je ook daadwerkelijk wat met de cijfers kunt en ze kunt communiceren.
Hierbij moet je denken aan drie dingen:
- Weet waar je staat
- Monitor harde data en inzet
- Vergelijk met anderen.
Ik werk het hieronder uit.
Weten waar je staat
Op elk moment moet je inzicht hebben in weten hoe ver je bent ten opzichte van je doel. Voor degene die in sales of op een klantenserviceafdeling hebben gewerkt is het vast bekend: het bord met de cijfers. Hoeveel orders zijn er gescoord, hoeveel klanten zijn er geholpen, hoe snel zijn telefoontjes afgewikkeld en wat is de tevredenheidsscore?
Een mooi voorbeeld van hoe effectief dit is, is een onderzoek dat gedaan is in 1983. Een groep studenten werd op de hometrainer gezet en gevraagd een stuk te fietsen. Vervolgens kreeg een deel van de groep de opdracht 40% harder te fietsen. Tijdens het fietsen wisten ze niet of ze ook 40% harder fietsten. Het tweede deel van de groep kreeg wel te zien hoeveel harder ze de tweede keer fietste, maar die hadden geen doel meegekregen. De derde groep, je snapt het, kreeg en het doel van 40% en feedback over of ze het aan het halen waren. Wat je ook begrijpt is dat iedereen het beter deed, maar de laatste groep deed het veel beter dan de andere twee groepen. Hoeveel beter? Maar liefst twee keer beter dan de andere twee groepen.
Het geeft mensen controle: je ziet dat je het doel gaat halen of dat je nog een tandje bij moet zetten. Je ziet wat wel werkt en wat niet werkt.
Kortom: monitoren is niet alleen de data verzamelen, maar ook die data laten zien.
Monitor harde data en inzet
Je kent vast wel die digitale borden die aangeven hoe hard je rijdt. Tegenwoordig geven ze ook nog een blije smiley. Of geven ze jou een boze smiley? 😉 Alleen al laten zien hoe hard men rijdt, heeft effect op de snelheid van mensen die op die straat rijden. Gemiddeld genomen rijdt men 10% minder hard de komende kilometers. Veel beter dan wanneer ze op snelheid staan te controleren zonder dat je het door hebt.
Je zou zeggen dat je in beide gevallen harde data monitort. Maar zo komt dat niet op de automobilist over: met de snelheid op het bord kan zij/hij wat doen. Het is meteen duidelijk, het is precies duidelijk en men kan er op acteren. Dat is echt harde data, data die je direct ziet op het moment dat het relevant is, data die een precies cijfer aangeeft en data waar je ook wat mee kunt doen. Je wilt dus niet na een maand een lijst ophangen hoe zuinig iedereen heeft gereden, je wilt meteen inzichtelijk maken of iemand het goed doet.
Maar het is ook belangrijk om de inzet te monitoren. Niet alleen de uitkomst. Mensen die heel hard hun best doen, en daar ook voor erkend worden, blijven het ook goed doen.
Moet ik me meten aan een ander?
Als je wilt dat mensen hun gedrag veranderen, dan helpt het om ze te laten zien wat anderen doen. In 2006 werd in Amerika een studie uitgevoerd naar mensen die gingen stemmen. Een deel van de mensen kreeg een brief met de boodschap: wees een goed burger en ga stemmen. Een ander deel kreeg een brief met een overzicht of ze de vorige keer hadden gestemd en met de boodschap dat dit weer geregistreerd werd. Het laatste deel kreeg een brief met niet alleen of ze zelf gestemd hadden, maar ook of hun buren gestemd hadden. En daarbij ook de boodschap dat dit weer geregistreerd zou worden. Het hielp al dat ze zelf geregistreerd werden: 16% meer stemmers. Maar het waren maar liefst 27% meer stemmers in de groep waarbij ook de buren geregistreerd werden (en waarbij jouw buren dus ook wisten of jij gestemd had)! Jij hoeft je dus niet per se te meten aan een ander, maar weet wel dat het ontzettend helpt als je onder collega’s kenbaar maakt wie zich meer en minder inzet.
Dit was het vijfde deel van de minicursus over hoe je succesvol je groener, schoner en slimmer rijden project implementeert. De volgende keer ga ik in op hoe je dit nu allemaal volhoudt. Want ook dat is nog een vak apart. Als je vragen hebt in de tussentijd, kan je ze zoals altijd onderaan het artikel stellen.
Wil je niet wachten op de minicursus en gelijk aan de slag op een simpele en laagdrempelige manier? Kijk dan hier voor de vijf stappen naar gegarandeerde en gedragen groene mobiliteit waarbij ook de Think Small methode behandeld wordt.
Wat monitoren jullie allemaal? Laat het hieronder weten!
“Transport is prachtig, duurzaam transport is krachtig!”
Deel het artikel via de onderstaande buttons!