In Nederland hebben biobrandstoffen de boot gemist…

… maar de achtervolging is ingezet!

Jaren geleden zette Amerika in op biobrandstoffen in het kader van werkgelegenheid en het verkleinen van de afhankelijkheid van olie. Decennia geleden deed Brazilië hetzelfde. Duitsland heeft tijden gekend waarin biodiesel een gunstig accijnsregime kende. In Nederland was men niet zo scheutig. Het leek er rond 2007 nog wel even op dat biobrandstoffen een rol van betekenis gingen spelen, maar dat is met de bijmengverplichting (zeker met de bijstelling van eind 2008) rigoureus de kop in gedrukt.

In Nederland waart het “voedsel versus brandstof” spook vaak rond. De gedachte, die op zichzelf logisch klinkt, is als volgt. Eten wordt op landbouwgrond verbouwd. Biobrandstoffen worden op landbouwgrond verbouwd. Als biobrandstoffen op landbouwgrond worden verbouwt, kan op die grond geen eten meer worden verbouwd. Dus dan krijgen mensen honger.

Daarbij wordt even voorbij gegaan aan dat er a) al mensen honger leiden, er b) zo veel eten wordt weggegooid dat we nog 2x deze aarde zouden kunnen voeden, dus er eigenlijk niemand honger zou hoeven leiden, er c) huizen gebouwd worden, meestal op grond die prima als landbouwgrond kan worden gebruikt, er d) steeds meer krapte op de oliemarkt komt waardoor de prijzen van voedsel significant stijgen en e) zo kan ik nog wel even doorgaan.

Laat duidelijk zijn dat we een probleem hebben qua voedselverdeling op deze wereld en we echt een uitdaging hebben ten aanzien van onze energievoorziening in de komende jaren in combinatie met het iedereen voor een schappelijke prijs kunnen voeden. Maar de gedachte die de meeste mensen, waaronder veel politici, volgen voor wat betreft voedsel versus brandstof is veel te kort door de bocht.

Hierdoor zijn de biobrandstoffen in Nederland niet gestimuleerd en gokken we er op dat de grote olie reuzen goed voor ons zullen zorgen via de bijmengverplichting. Biobrandstoffen hebben bij ons de boot gemist. Maar niet langer. Een consortium van serieuze biobrandstofpartijen heeft de handen ineen geslagen en de Nederlandse Vereniging van Duurzame Biobrandstoffen (NVDB) in het leven geroepen.

Een goede zaak als je het mij vraagt. We redden het namelijk niet als we niet diversifiëren. Als we niet nu al kijken naar stappen vooruit die we kunnen zetten. Ons blind staren op elektrisch rijden (maar niet te veel praten over groene stroom, want windturbines zijn lelijk…) heeft geen zin. Er liggen zeker kansen voor deze manier van vervoer, maar vrachtwagens van Amsterdam naar Spanje moeten ook in de komende dertig tot vijftig jaar een betere, duurzame, brandstof kunnen gebruiken dan diesel. Daarom is het goed dat de NVDB zal lobbyen voor eerlijke concurrentie. Dat biobrandstoffen weer eens op de kaart worden gezet. En dan natuurlijk zo dat ze een reëel alternatief bieden, dus bijdragen aan economische ontwikkeling, CO2 reductie, geen technische complicaties veroorzaken en zelfs een goede stimulans zijn voor de voedselvoorzieningszekerheid doordat ze bijdragen aan de ontwikkeling van nog slimmere productiemethodes.

 

Wil je naar aanleiding van dit artikel jouw mening geven? Graag! Het kan in het veld hieronder.