De mens is een gewoontedier
Er bestaat zoiets als “de weerstand van verplaatsing”. Ga maar na: jezelf verplaatsen kost tijd, moeite en geld. Om voor jezelf een lekker koud pilsje te pakken uit de koelkast niet zo veel, maar op maandagmorgen naar een lastige bespreking toch iets meer.
We hebben het hier over ‘nut’ en het prachtige ‘disnut’. Oftewel als het nut (dat lekkere koude pilsje) groter is dan het disnut (die drie stappen van bank naar de koelkast), wordt er gereisd.
Tijd
De mens is een gewoontedier en dus reizen we al eeuwen lang ongeveer een uur per dag. Ergo er wordt niet heel veel langer gereisd dan toen we nog met paard en wagen gingen, maar we komen een stuk verder. Als vergelijk: waar we in 1800 nog ongeveer 100 meter per persoon per dag aflegden met de trekschuit, weten we tegenwoordig ongeveer 20 kilometer per persoon per dag ons met de auto te verplaatsen. Gemiddeld gesproken dan natuurlijk, er zijn altijd mensen die lachend 200 km op een dag weten te reizen.
En heb je wel eens nagedacht over hoeveel vormen van tijd er zijn: je hebt de gewone “ik-zit-in-de-auto-tijd”, maar ook de tijd die nodig is om bij die auto te komen, om te parkeren, om je weg te zoeken. En de ene tijd is veel vervelender dan de ander. Zeg nou zelf: het is toch heerlijk om even tot rust te komen alleen in de auto?
Geld
Wat vooral opvalt als we het over geld hebben, is dat mensen in Westerse landen ongeveer allemaal 10-15% van hun totaal te besteden geld, uitgeven aan reizen/zich verplaatsen. Het maakt dan dus niet uit of iemand het BNP per hoofd van de bevolking € 5.000 of € 15.000 is, de laatste groep veroorlooft zich eenvoudigweg meer luxe.
En dat er wel heel wat moet gebeuren in prijs, wil men zich uit de auto laten jagen. Als de brandstof een procent duurder wordt, gaan er maar 0,14% meer mensen met de trein. Alhoewel, mensen laten zich nog minder makkelijk uit de trein jagen: als het treintarief met een procent stijgt, gaan er maar 0,02% meer mensen met de auto… Je kunt je afvragen of dit soort hoeveelheden nog wel echt te meten zijn.
Moeite
En dan de moeite die je moet doen om te reizen. File is daar een mooi voorbeeld van: als je elke dag in dezelfde file staat, dan is dat eigenlijk wel prima: je houdt er rekening mee, je weet waar je aan toe bent. Rijd je een keertje de polder in en je staat dan ineens vast, dat is veel vervelender. Het is niet voor niets dat Zwarte Zaterdag een soort internationale feestdag voor de file is.
Het comfort en de veiligheid zijn aspecten waardoor mensen er vaak voor kiezen om met de auto te gaan. En dat is behoorlijk subjectief. De één vindt het heerlijk om rustig de mensenmassa’s in de trein te observeren, terwijl de ander liever nog even tien telefoontjes afwerkt in de rust van de auto.
En nu?
Dit wetende, wat moeten we er mee? Dat lees je in het volgende artikel in de serie! Eerst ben ik heel benieuwd: houd jij van reizen? En op welke manier? Het liefst met de auto, of lekker gereden worden in de trein? Word je sacherijnig van file, of is het een mooi moment om te bellen?
Deel het artikel via de onderstaande buttons!
Dit artikel is een selectie uit het boek Makkelijk – Kansrijk – Betaalbaar | Mobiliteitsmanagement voor het MKB. Lees er hier meer over.